‘Term allochtoon gebruiken houdt integratie tegen’

Hasib Moukaddim (38), opleidingshoofd mwd, sph en pedagogiek bij Windesheim Flevoland, wil ‘Marokkaanse Nederlander’ worden genoemd, geen allochtoon. “De term allochtoon verdwijnt gelukkig in de uitingen van de overheid, maar het zal voor velen nog lang een maatschappelijke knuppel blijven om ons mee te slaan. Als je mensen met een migrantenachtergrond als net-niet-Nederlanders blijft beschouwen, dan komt er van hun integratie niets terecht.”

Moukaddim is dankzij zijn positie van hogeschoolhoofddocent minder kwetsbaar voor stigmatisering en discriminatie dan in zijn jonge jaren. “Voor de samenleving maakt het kennelijk uit of je als Marokkaan docent bent bij een hogeschool of dat je in een supermarkt werkt of schoonmaakt. Ik zou het liefst alleen Hasib willen zijn die wordt beoordeeld op de merites van zijn persoonlijkheid en de bijdrage die hij aan de maatschappij levert. Maar dat zie ik voorlopig niet gebeuren.”

Hoe kijkt men dan tegen je aan?
“Ik verkeer nu in de luxe positie dat ik niet meer hoef te roepen: accepteer me alsjeblieft. Als ongelukkig jochie op de mavo, dat gediscrimineerd werd, besloot ik toe te werken naar een situatie waarin mensen me wel serieus moesten nemen om wat ik kan. Ik ben nu verbaal sterk. Ik kan me genuanceerd uiten en mensen van repliek dienen, maar de samenleving ziet me vooral als Marokkaan. Ik ben wel een goeie, hoor ik dan, maar het wantrouwen blijft.”

“Mijn integriteit wordt in twijfel getrokken. Als je geen afstand wilt doen van je identiteit als Marokkaan en moslim, zoals ik, dan vinden veel Nederlanders je niet loyaal. Die hebben dan last van je of zijn bang voor je. Ik wil voluit Nederlander zijn, maar wel een Marokkaanse. Ik hoef mijn overtuiging, geschiedenis en cultuur toch niet op te geven? Je kunt mij toch niet vragen mijn herinneringen weg te gooien en mijn tradities waardeloos te maken?”

Hasib Moukaddim is de zoon van een Marokkaanse gastarbeider, die zijn leven lang in de zuivelindustrie werkte. Glimlachend: “Wij aten thuis meer kaas dan menig Nederlander. Wij waren echte kaaskoppen.” Moukaddim werd geboren in Marokko, maar groeide op in Lochem. Dankzij de steun van met name zijn vader schopte hij het tot doctorandus. Voor hij docent werd bij Windesheim verwierf hij landelijke bekendheid als directeur van het samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders.

“Ik ben trots op wat ik vanuit een achterstandspositie heb bereikt. Maar als hoogopgeleide Marokkaanse Nederlander ben ik bij Windesheim een witte raaf. Het is moeilijk geschikte hogeschooldocenten te vinden met een migrantenachtergrond. In Almere zijn we goed op weg met diversiteit; in Zwolle is de populatie nog een stuk witter. Diversiteit staat niet zo hoog op de Windesheimagenda, maar als leidinggevende merk ik ook dat er bar weinig migranten solliciteren.”

“Daarom word ik in mijn rol van hogeschoolhoofddocent voortdurend aangesproken op en bevraagd over mijn achtergrond. Hoewel tegen wil en dank, ben ik daardoor bij Windesheim een boegbeeld. De samenleving wijst mij er daarbij constant op wie ik ben en wie ik zou moeten zijn. Ik wil dat graag zelf bepalen, maar ik kan niet om het thema heen. Ik zal er waarschijnlijk mijn hele leven mee bezig zijn.”

“Als ik het vak ‘communicatie’ geef, wordt er geen link gelegd met mijn achtergrond, maar bij het vak ‘culturele diversiteit’ krijg ik van studenten het verwijt dat ik steeds mijn mening verkondig. Natuurlijk vertaal ik mijn visies naar ons onderwijs, maar dat is geen hobbyproject. Om te bereiken dat verschillen tussen mensen irrelevant worden, moet ik het thema ‘verschillen’ gebruiken, maar daarmee houd ik de verschillen in stand. Dat is een paradox. Maar hoe het ook zij: culturele diversiteit is een realiteit waarop je studenten moet voorbereiden.”

Het is vooral een fenomeen dat steeds meer mensen ernstig verdeelt.
“Lodewijk Asscher is met zijn genuanceerde pleidooi voor verbinding een roepende in de woestijn. Ik heb altijd vertrouwen gehad in het gezonde verstand van de meerderheid van de Nederlanders. Maar door de zorgwekkende verrechtsing ben ik dat vertrouwen aan het verliezen. Zelfs de tegenbeweging, de partij DENK, bedient zich van destructieve rechtse retoriek. Dat is vuur met vuur bestrijden.”

“Er is ook een positieve ontwikkeling. Na de recente aanslagen in Parijs en Brussel zien veel mensen in dat niet alle moslims verdacht zijn. Eerder moest ik namens het  samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders steeds opnieuw uitleggen dat niet alle moslims extremisten zijn. Dat is niet meer nodig. Maar er hoeft hier maar één aanslag te worden gepleegd en we worden teruggeworpen in de tijd.”

Je werkte mee aan de tv-documentaire ‘Kansen krijgen, kansen pakken’. Die titel stond je niet aan.
“Documentairemaakster Ireen van Ditshuyzen wilde een genuanceerd beeld schetsen en daarin is ze geslaagd, maar de titel vond ik te koloniaal. Alsof je als migrant braaf moet afwachten tot je kansen worden aangeboden. Je moet geen slachtoffer willen zijn en je geen identiteit laten aanpraten. Dan blijf je een speelbal in het maatschappelijk debat. Ik laat dat niet meer gebeuren. Ik heb de regie over mijn leven gepakt en mijn eigen kansen gecreëerd.”

HANS INVERNIZZI

Foto: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *