Digitale omgeving wordt leerplatform

Toekomst elo onderzocht

  • Windesheim onderzoekt de wensen voor de digitale leeromgeving van de toekomst.
  • Waarschijnlijk wordt dat een platform waarop allerlei deelapplicaties draaien.

Het bestuurscollege heeft besloten de huidige elektronische leeromgeving (elo) N@tschool (inmiddels omgedoopt in Cumlaude) te blijven gebruiken tot en met studiejaar 2018-2019. Ondertussen wordt via kleinschalige experimenten met studenten en docenten de leeromgeving van de toekomst onderzocht. Die moet de mogelijkheid bieden om persoonlijke leerroutes samen te stellen en om losse applicaties te integreren. Waarschijnlijk wordt dit een leerplatform waarin alle componenten en systemen met elkaar schakelbaar zijn, zegt Elsbeth Vonkeman, programmamanager van het kernteam kernprocessen.

Een nieuw platform start op zijn vroegst in 2019-2020. Vonkeman: “Landelijk kiezen hogescholen steeds minder voor een grote en kostbare container-elo, een one-size-fits-all zoals N@tschool of Blackboard.” Studenten komen straks binnen op een grote Windesheim leeromgeving, waarbinnen ze gekoppeld worden aan hun persoonlijke applicaties, maar ook van alles kunnen opzoeken en toevoegen. Volgens Vonkeman zullen studenten blij zijn met de modernisering. “Probeer nu maar eens via je smartphone lesmateriaal op de elo te bekijken, of te communiceren via een projectruimte.”

Ook volgens Geert van der Wijk, adviseur onderwijs en ict, moet Windesheim niet langer blijven zoeken naar één tool die voor alles gebruikt kan worden. “De elo is een soort schaap met vijf poten. Je kunt niet zomaar een onderdeel vervangen dat niet naar behoren werkt.” En ook door docenten werd de elo als gebruikersonvriendelijk ervaren.

Het kernteam gaat onderzoeken welke componenten, ondersteuning en gegevensbeheer hiervoor nodig zijn. Via de opleidingen liepen al experimenten naar een vernieuwde leeromgeving, Vonkeman wil alle experimenten in één programmalijn onderbrengen. Van der Wijk begeleidt meerdere experimenten. Bijvoorbeeld naar een e-portfolio, waarbij studenten bouwen aan een eigen site met bewijsstukken gekoppeld aan leeruitkomsten, die ze delen met begeleiders voor feedback. Een ander experiment bekijkt manieren om online leermaterialen te ontwikkelen. Tot slot lopen diverse experimenten naar samenwerken en communiceren binnen de leeromgeving, bijvoorbeeld via Office 365. (EM)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *