Te gekke bijbanen (2/2)

Van grafkistdrager tot bollenpeller: een zakcentje verdienen kan op allerlei manieren. Twaalf studenten over hun te gekke bijbaantjes.

‘Extra lekker na een drukke dag’
Je drankjes bij de Belgische Keizer worden het hele jaar door geserveerd door Ellis Pleune (21), tweedejaars psychomotorische therapie.

Iedereen in de zon en jij werkt?
“In de zomer vind ik mijn werk juist het leukst. Dan heb je een voller terras en dus een grotere uitdaging. Hard doorwerken, daar houd ik wel van. Het is heerlijk om in het zonnetje op het terras te lopen.”

Ook met dertig graden?
“Dat is wel even afzien, omdat je altijd een lange broek draagt, maar de mensen achter de bar houden ons goed in de gaten. Als ze zien dat je het even nodig hebt, zetten ze een groot glas met ijs klaar. En na werk kun je in de avond nog even op het terras zitten en drankjes doen. Dan smaakt het extra lekker, na zo’n drukke dag.”

Ik heb de zwarte band’
Ellen Efftink (19), tweedejaars studente industrieel product ontwerpen, is objectbeveiliger. Met andere woorden: ze loopt vaak rondjes door gebouwen.

Gebeurt er weleens iets spannends?
“Mensen denken vaak aan een stereotype beveiliger, een uitsmijter met zo’n grote dikke jas aan. Een echte ‘mannenbaan’. Maar een beveiliger is ook iemand die rondloopt om te kijken of alles veilig is, je hoeft niet per se fysiek in actie te komen. In de avond vind ik het wel spooky. Dan ben je helemaal alleen in zo’n groot gebouw. Dan fluit of neurie ik een beetje. Als er wel een inbreker zou zijn, kan ik mezelf verdedigen. Ik doe al zeven jaar aan taekwondo en heb inmiddels de zwarte band.”

Maar het kan ook heel saai zijn toch?
“Klopt. Op het werk is het vaak rustig, maar dan mag ik gewoon met school bezig. Die vrijheid spreekt mij juist zo aan.”

 


‘Ze kennen me als een boerinnetje’

In de zomer staat Suzanne Westerdijk (19), derdejaars industrieel product ontwerpen, het liefst tussen de tulpenbollen in Spijk. Lekker vies worden op de boerderij.

Wat heb jij met het platteland?
“Een meisje-meisje ben ik nooit geweest. Mijn ooms zijn beiden boer, dus als klein kind speelde ik al lekker op het land. Bij mijn ouders thuis heb ik ook een parelhoender als huisdier, dat is een soort kip. Mijn vrienden kennen me wel als een boerinnetje.”

Maar je bent allergisch voor tulpen?
“Ja, eerst was ik gewoon een bollenpeller. Maar in de afgelopen vijf jaar heb ik er steeds meer taken bij gekregen. Ik ga bijvoorbeeld mee op de rooimachine, of ik lees bollen. Dan zoek je de verrotte bollen er tussenuit. Daar kreeg ik opeens allemaal blaasjes van rondom mijn nagels. Jeukerig en rood. Gelukkig zijn er zalfjes voor, want ik kan dit werk echt niet missen! We werken er elke zomer met hetzelfde groepje. En dan in het weekend gezellig met z’n allen naar de keet.”

‘Ik ben een ouderwetse messenslijper’
Jeffrey Koerhuis (20), eerstejaars docent geschiedenis, is naast zelfstandig typetjesacteur, werkzaam in het historische openluchtmuseum in Arnhem.

Wat houdt jouw bijbaan in?
“Bij de huisjes in het museum zitten mensen in passende klederdracht. Zij vertellen over de geschiedenis van het betreffende gebouw. Ik speel daar mee in een toneelstuk, maar ik sta ook als verteller bij het draaiorgel of als ouderwetse messenslijper in het park.”

Bij het draaiorgel?
“Ja, ik heb het bespelen van een draaiorgel geleerd in het museum. Zo’n ding heb ik niet in huis.”

Krijg je leuke reacties van de bezoekers?
“Ze vinden het vooral leuk dat ik nog zo jong ben. De meeste collega’s gaan al richting de pensioenleeftijd. Dan krijg ik de reactie: ‘Goh, zo jong?’ en dan zeg ik: ‘Ja, vroeger waren er ook al jongeren!’ Humor met geschiedenis combineren, dat is mijn ding.”


‘Ik ben een echte drillmaster’
Naast haar volledige baan als docente in het middelbaar onderwijs, geeft afstandsstudente Janneke van Kesteren (30), eerstejaars lerarenopleiding Nederlands, ook al negen jaar zumba- en pilateslessen.

Gaat er tijdens de lessen weleens iets mis?
“De moeizaamste les was toen de cd die ik had meegebracht, het niet deed. Ik moest de hele les improviseren op de muziek van een cd die daar toevallig lag. Dus ik had geen idee welke liedjes daarop stonden en had geen pasjes voorbereid.”

Je bent ook nog mama! Hoe is dit te combineren?
“Goed plannen! Mijn bijbaan geeft mij de garantie dat ik minstens drie uur in de week sport. Natuurlijk moet ik er voor zorgen dat er regelmatig nieuwe dansjes worden geoefend. Maar ik doe dit al zo lang, dat ik de voorbereidingen ook best een weekje over kan slaan.”

Wat voor complimenten krijg jij tijdens de les?
“Dat ik er zo lief en klein uit zie, maar een echte drillmaster ben tijdens de lessen. Heerlijk!”


‘Het houdt de herinnering aan Denemarken warm’

Na haar minor in Denemarken belandde Lyzette Kaal (27), eerstejaars docent nederlands, bij de Flying Tiger in Apeldoorn, een Deense keten vol hebbedingetjes.

Waarom de Flying Tiger?
“In Denemarken was mijn studentenkamer helemaal ingericht met spullen van die winkel. Zo had ik als nachtlampje een klein plastic konijntje met een led-lampje dat van kleur verandert. Dus toen ik de vacature zag dacht ik: dit moet ik doen. Het is natuurlijk gewoon mijn werk, maar het houdt de herinnering aan het land warm.”

Wat heb jij met Denemarken dan?
“Het is de gezelligheid die bij Denen in het bloed lijkt te zitten. Zelfs in de zomer staan er kaarsjes aan. De manier waarop ze met de natuur omgaan is fascinerend. Mensen zwemmen daar elke ochtend in de zee, ook in de winter.”

Tekst: Michelle van der Molen
Grote foto’s: Gerben Rink

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *