Te gekke bijbanen (1/2)

‘In de zomer zit ik op de warmste plek’

Van grafkistdrager tot bollenpeller: een zakcentje verdienen kan op allerlei manieren. Twaalf studenten over hun te gekke bijbaantjes.


‘Veel kennis van koffie had ik niet’

Een lekkere koffie zetten, dat kan tweedejaars journalistiekstudent Koen Lipman (27) wel! Hij werkt als barista bij Starbucks op het station in Zwolle.

Waarom barista?
“Het is heel anders dan andere bijbaantjes: je krijgt minimaal drie weken training waarin je ontzettend veel leert. Ik drink veel koffie en vind het lekker, maar veel kennis had ik er niet van. Nu geef ik coffee tastings en weet ik welke lekkernij goed smaakt bij welke koffie.”

Dus het is meer dan een beetje koffie zetten?
“Je hebt zo veel verschillende soorten koffiebonen. Maar ook de koffies zelf worden weer op verschillende manieren gezet. Je hebt verschillende stoomtijden, siropen, en het aantal pompjes siroop wat je aan een drankje toevoegt. Het is altijd weer even wennen als er een nieuw receptuur is.”


‘Je bewijst iemand een laatste dienst’

Weinig mensen die vaker op begrafenissen komen dan Mark Sneep (24). De vierdejaars student human research management is grafkistdrager.

Wat een aparte bijbaan!
“Als ik vertel wat voor werk ik doe, vinden mensen het inderdaad altijd een beetje gek. Het is al snel een onderwerp van gesprek.”

Is het emotioneel niet heel zwaar?
“Je beseft al snel dat het bij het leven hoort. Emotioneel raakt het mij niet, je staat best ver af van de familie van de overledenen. Het is ook juist een heel dankbare baan: je bewijst iemand een laatste dienst.”

Heeft het je echt nooit geraakt?
“Je bent aan het werk met jongens van je leeftijd en rijdt met z’n zessen in een busje heel Noordoost-Nederland door. Om de uitvaart kan het dus gewoon gezellig zijn. De enige keer dat ik even heb moeten slikken, was tijdens de begrafenis van de vader van een achtjarig jongetje. Zijn moeder was er ook al niet meer, dat vond ik een heel nare situatie.”

 

 

‘Mijn maskers zijn onderdeel van je gezicht’
Daniël van der Bos (24), vierdejaars global project and change management, maakt maskers, vergelijkbaar met die uit Lord of the Rings, voor theater en LARP events.

Ik mag eigenlijk geen masker zeggen hè?
“Een masker is iets wat op je gezicht ligt. Ik maak protheses, die worden echt onderdeel van je gezicht. Je moet wel goed vooruit kunnen denken: als je eenmaal de mal aan het gieten bent, kun je niet meer terug.”

Hoe ben je hier ingerold?
“Als kind was ik al geïnteresseerd in theater en in grime. Een collega van het theater had een prothese nodig en dat ging me zo gemakkelijk af dat ik het vaker ben gaan doen. Eerst voor een krat bier of wat kleingeld. Maar nu ik een netwerk heb opgebouwd, durf ik er meer geld voor te vragen.”


‘Ik ben een dakhaas’

Aksel Scholtens (20), vierdejaars logistiek en economie, gaat het liefst het dak op. Om zonnepanelen te leggen, voor een groenere wereld.

Ben jij zo eco?
“Zelf heb ik al mijn lampen vervangen door LED-lampen en heb ik mijn huisbaas gevraagd om dubbel glas te plaatsen. Ook gaan we binnenkort zonnepanelen plaatsen op het gebouw van onze studentenvereniging Boreas. Dat vind ik een mooie boodschap: ik wil het bewijs leveren dat studenten ook duurzaam kunnen zijn.”

Heb je nooit last van hoogtevrees
“Ik ben een dakhaas. Ik zet de steigers in elkaar, plaats de rails en sluit de panelen aan. Hoogtevrees kun je hier echt niet gebruiken. Je moet goed kunnen klimmen, als het regent, glijd je zo van de dakpannen af.”


‘Kinderen zijn altijd vrolijk’

In de keuken van Plopsaland staat Julia Onclin (18), tweedejaars studente journalistiek, de broodjes te smeren. Niet in België dan, maar in het indoorpark in Coevorden.

Wat is het verschil tussen die twee?
“Bij ons in Coevorden is het grootste gedeelte dus binnen. Het is een stuk kleiner dan Plopsaland in België en we hebben minder attracties. Mensen denken al snel dat ik zelf als kabouter Plop door het park heen dans, maar ik werk hier in de keuken.”

Waarom Plopsaland?
“Het werken met kinderen is heel dankbaar. Ze zijn altijd vrolijk en hebben de dag van hun leven. En wanneer K3 hier komt optreden, komen de jeugdherinneringen bij mij ook weer helemaal naar boven. Dat gebeurt twee keer per jaar. Grappig om te zien hoeveel mensen daar op afkomen. Duitsers, Belgen, Fransen.”

 

 

‘Het bloed spoot als een fontein naar buiten’
Manuela Sleking (19), derdejaars studente lerarenopleiding gezondheidszorg en welzijn, verkoopt vlees op de markt. Het liefste maakt ze kipvinken.

Je werkt op de markt. Ben je ook een viswijf?
“Zo’n typische reactie! Op een gewone zaterdag komt er minstens vijf keer een groep met mannen langs, die hun vrijgezellenfeest vieren. Al schreeuwend vragen ze of ik ook worst verkoop, harde worst…”

Klinkt wel erg gezellig, op de markt staan.
“In de zomer is dit het beste baantje dat je kunt hebben. Het is altijd gezellig! Maar in de winter is het bikkelen. Wanneer het buiten tien graden vriest, vechten we om wie het vlees uit de oven mag halen. En onder mijn latex handschoenen draag ik nog een extra paar.”

Wat is jouw grootste marktblunder?
“Ik heb een keer het slagersmes laten vallen, die stond rechtop in mijn voet. Als een fontein spoot het bloed naar buiten. Mijn moeder is langsgekomen en heeft de wond met wat zwaluwstaartjes vastgezet. Ik moest door, er was geen vervanging.”

 

Tekst: Michelle van der Molen
Grote foto’s: Gerben Rink

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *