‘Het kwam als een mokerslag’

Studenten reageren op de Nashvilleverklaring

Jolanda Molenaar is transvrouw. Ze hoopt deze zomer af te studeren bij de opleiding Godsdienst- Pastoraal Werk.

Als doopsgezind gastvoorganger gaat ze regelmatig voor in doopsgezinde vieringen en ze is vrijwilliger bij de Patiëntenorganisatie Transvisie, waar ze gesprekken voert met transgenders. Tevens is ze coördinator van een gespreksgroep voor gelovige transgenders, die eens per maand in Zwolle bijeenkomt.

De Nashvilleverklaring kwam bij mij binnen als een mokerslag. Natuurlijk ken ik het gedachtengoed van de protestantse orthodoxie, en hun adagium dat homo’s en transgenders mogen zijn wie ze zijn, als je “het” maar niet in praktijk brengt, maar Nashville was een flink aantal stappen achterwaarts: je zijn wordt gezien als on-Bijbels, ziekte en zonde. Je wordt eigenlijk geestelijk vermoord, waarna – als een doekje voor het bloeden – het pastorale aanhangsel probeert een aantal harde aspecten in die verklaring te verzachten. Dat vind ik hypocriet.’

Hoe reageren gelovige transgenders?
‘Ik heb deze week heel veel mensen ontmoet die geschokt en verbijsterd waren. De verklaring riep bij velen herinneringen op aan een tijd dat men in de kast zat, eenzaam en alleen, zich afvragend of de kerk waar je aan verbonden bent, je zal begrijpen en aanvaarden. Zo werkte dat ook bij mij. Transgenders ontmoeten nog veel onbegrip in kerken. Ook het gods- en mensbeeld van transgenders zelf is vaak niet helpend. Ik weet van mezelf dat ik vanuit mijn opvoeding in een gereformeerdebondsmilieu een heel zwart gods- en mensbeeld had, dat me geen millimeter ruimte gaf om mezelf te mogen zijn. Je zal maar uit de kast moeten komen in een afwijzende geloofsgemeenschap! Je dreigt al je broeders en zusters te verliezen op een moment dat je leven in een achtbaan zit. Je hebt alle liefde van je omgeving nodig in die moeilijke fase. De suïcidaliteit onder homo’s en transgenders is mega hoog. Neem maar van mij aan dat die in geloofsgemeenschappen met een afwijzend standpunt nog veel hoger zijn.’

Is een dialoog met de ondertekenaars mogelijk?
‘Ja, al is die niet eenvoudig. De verschillen in inzicht zijn terug te voeren tot de wijze waarop de Bijbel wordt gelezen en geïnterpreteerd. Maar ik heb ervaren dat in de hóuding jegens transgenders veel kan veranderen. Dat transgenders als ‘ziek’ worden gezien, is voor transgenders overigens heel kwetsend, en druist in tegen wetenschappelijke inzichten. Laten we vooral in gesprek zijn over de nood van homo’s en transgenders, de eenzaamheid, de stille worsteling, en hoe je die – vanuit de liefde waartoe Jezus oproept – moet antwoorden. Niet als een doekje voor het bloeden, maar vanuit oprechte bewogenheid. Jezus zei immers: liefde is de vervulling van de wet.’

Hoe zullen gelovige heterojongeren hiermee omgaan? Zullen ze transgenders nu des te harder afwijzen?
‘Ik denk dat heterojongeren nuchter genoeg zijn en goed genoeg weten wat er in de wereld te koop is. Ze laten zich niet meer zo snel opsluiten in een orthodox christelijke ‘bubbel’. Op hen is mijn hoop gevestigd dat er ooit een barmhartiger standpunt jegens homo’s en transgenders wordt ingenomen. In de dienst waarin ik afgelopen zondag voorging lazen we over de doop van Jezus in de Jordaan. God zegt tegen zijn Zoon: in jou vind ik vreugde, ik ben blij met jou. Ook wij mogen blij zijn met onszelf, ons negatieve mensbeeld loslaten. Over ons bestaan spant God zijn regenboog. De vlag kan uit, want alle kleuren zijn welkom. Laten we elkaar in liefde en verbondenheid de hand reiken, en onze twijfels over de aanvaardbaarheid van diversiteit in de handen van God leggen.’ (MH)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *