Tot elkaar veroordeeld

Het tragikomische kantoorleven van docent Jacq Veldman

Van Windesheimdocent Jacq Veldman verschijnt deze week het boek ‘Kantoorleven’, waarin ze met veel humor en zelfspot het kantoorbestaan beschrijft. Gaat het ook over Windesheim? “Nee, of nou ja, misschien. Soms. Een beetje.”

‘O, het maakt mij niet uit hoor,’ zegt zij. Het gaat erom wie waar zal komen te zitten in de kantoortuin. ‘Mij maakt het ook niet uit,’ zeg ik op mijn beurt. ‘Nee, mij dus ook totaal niet,’ zegt zij op haar beurt. ‘Idem, hier dus exact van hetzelfde,’ zeg ik op mijn beurt. Dan zijn de beurten zo’n beetje op. Ik kuch, zij snuift. We staren elkaar met een oog vriendelijk aan maar met het andere loeren we de kantoortuin rond, op zoek naar de beste plek en naar hoe wij, zonder dat iemand ons ervan kan beschuldigen dat we voor onszelf het beste willen, toch het beste voor onszelf zullen krijgen.

Het boek van Jacq Veldman, docent social work, is opgebouwd uit losse scènes die typische kantoorsituaties schetsen. Een deel daarvan verscheen vorig jaar als column in de Volkskrant. Ze gaan over alledaagse ergernissen.

“Bijvoorbeeld over mensen die tijdens vergaderingen niet stoppen met praten, te hard telefonerende collega’s, de strijd over het raam dat open of dicht moet, voordringers bij de kopieermachine of de motivational speech van de baas. Hoe gedragen mensen zich in situaties waarin ze tot elkaar veroordeeld zijn? Dan schuurt het af en toe, ook al is iedereen van goede wil. Ik hou van dingen die niet lekker lopen. Ik vind het heel interessant om te observeren waar het ongemak precies in zit en na te denken over hoe je dat zo beeldend mogelijk op papier kunt zetten zonder letterlijk ‘dit was ongemakkelijk’ op te schrijven. Dan beschrijf ik bijvoorbeeld hoe iemand heel langzaam begint te zweten.”

“Ik vind ook situaties spannend waarin je privéleven het werkleven binnendringt, bijvoorbeeld als de moeder van een collega overlijdt. Ineens moet je je samen, als werkkamer, tot een onderwerp als de dood zien te verhouden.”

Waar haal je je inspiratie vandaan?

“Uit dingen die mij zelf dagelijks opvallen of waar ik mee worstel, van gesprekjes bij de koffieautomaat tot de fusie van verschillende opleidingen. Het lucht op om daarover te schrijven. Ik schrijf met humor, ik hoop dat lezers vooral kunnen lachen om het boek en zich misschien getroost voelen. Ik pak vaak een detail van iets wat me is overkomen en vergroot dat enorm uit. Tijdens een grappige situatie zeggen mensen soms tegen me dat ik er een column over moet schrijven, maar dat lukt me nooit, omdat het veel te groot is. Als iemand bijvoorbeeld een heel stuntelige speech houdt, dan komt mijn verhaal niet verder dan z’n gepruts met de microfoon.”

Waarom wordt in je boek niet duidelijk wat voor werk de hoofdpersoon eigenlijk doet of bij welk bedrijf ze zit?

“Iedereen moet het kunnen herkennen. In mijn teksten laat ik mezelf koffie halen of typen, dingen die iedereen wel doet. Ik wil ook voorkomen dat collega’s denken dat stukjes over hen gaan. Wat ik ooit een blonde, vrouwelijke collega van een jaar of vijfentwintig heb horen zeggen, laat ik in het boek een vijftigjarige man met een baard zeggen. Sommige collega’s denken dat ik één op één het kantoorbestaan op Windesheim beschrijf, maar dat is echt niet zo. Een goed verstaander kan hooguit sommige details herleiden tot iets wat echt gebeurd is. Het hielp het afgelopen jaar wel dat social work in een complexe organisatieverandering en een verhuizing zat. Dat heb ik als inspiratie gebruikt, maar ik ben er in het boek wel compleet mee aan de haal gegaan.”

“Bijna alles wat ik opschrijf is wel een keer echt gebeurd in mijn kantoorbestaan, dat véél verder reikt dan Windesheim. De personages in mijn teksten zijn vaak een samensmelting van verschillende mensen en gebeurtenissen en een hoop fantasie. Soms ook uit een ver verleden, bijvoorbeeld uit m’n studietijd.”

Hoe voorkom je dat collega’s bang worden dat je over ze schijft?

“Ik houd meer van zelfspot dan van anderen voor gek zetten. Zo laat ik mezelf een meelevende mail schrijven aan iemand met een burn-out en doe daar dan heel zelfingenomen over. Ik zoek echt naar de kleinzieligheid in de krochten van mijn eigen karakter, want het is heerlijk als ik lekker lullig overkom.”

“Of collega’s in de dagelijkse omgang bang zijn dat ik over ze ga schrijven? Ik hoor ze er nooit over, maar het zou natuurlijk ook kunnen dat ze me uit angst mijden.”

Exemplaar van Kantoorleven winnen? Stuur een mailtje naar win@windesheim.nl. Onder de inzenders verloten wij twee exemplaren.

Tekst: Jitse Schipper
Foto: Ilja Keizer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *